Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn [34]wortel was [35]uitgebreid aan het water, en dauw vernachtte op mijn tak. 34. Dat is, mijn vermogen en welvaren nam toe en vermeerderde, gelijk de wasdom van een boom, die uit den grond met water en uit den hemel met dauw wel bevochtigd wordt. Vergelijk boven, hfdst.18 vs.16, en Ps.1:3. 35. Hebreeuws, geopend.